Pensioenveranderingen in de Bouw & Infra: wat jij als werkgever moet weten

De pensioenregeling voor werknemers in de bouw- en infrasector verandert vanaf 1 januari 2026. Het bedrijfstakpensioenfonds Bouw volgt dan de nieuwe regels uit de Wet toekomst pensioenen. Werknemers ontvangen dit jaar meer informatie van het fonds. Maar wat betekent dit nu voor jou als werkgever? In dit artikel leggen we de twee belangrijkste veranderingen uit: wat er verandert in het pensioen voor later en wat er verandert bij overlijden.

Services
Pauzerende bouwvakker

Wat is jouw rol als werkgever bij deze veranderingen?

Pensioen is voor veel mensen ingewikkeld. En eerlijk is eerlijk: werknemers voelen zich vaak meer verbonden met jou dan met het pensioenfonds. Jij speelt dus een sleutelrol in de communicatie. 

Door tijdig en helder te communiceren neem je onduidelijkheden weg en geef je je medewerkers het vertrouwen dat alles goed geregeld wordt.

Wat verandert er in het pensioen voor je werknemers 

Tot nu toe was het pensioen een afspraak over de uitkering die de werknemer later krijgt. Het loon dat de werknemer gemiddeld verdiende is hierin de basis.

In plaats daarvan maak je straks een afspraak over de hoogte van de premie-inleg. Het doel is om hierdoor het pensioen sneller mee te laten stijgen als het bedrijfstakpensioenfonds Bouw (bpf Bouw) er financieel goed voor staat. Maar het kan ook dalen als het bpf Bouw er financieel minder goed voor staat. 

Wat betekent dit nog meer? 

  • Jouw werknemer kan zien hoeveel geld er voor zijn pensioen gespaard wordt.
  • Een jonge werknemer betaalt niet meer mee aan de pensioenopbouw van de oude werknemer.
  • De hoogte van het pensioen staat op de einddatum niet vast, maar wordt ieder jaar vastgesteld.

In het najaar van 2025 ontvangen werknemers van het bpf Bouw een persoonlijk overzicht van wat de veranderingen voor hen betekenen. 

Wat verandert er bij overlijden?  

Bij overlijden gelden ook andere regels. Overlijdt een werknemer vóór de pensioendatum? Dan krijgt de partner: 

  • 13% van het salaris dat meetelt voor pensioen;
  • en € 18.000 per jaar tot de AOW-leeftijd. 

Zijn er kinderen jonger dan 25 jaar? Dan komt daar per kind 9% van het salaris dat meetelt voor het pensioen bij. Deze aanvulling geldt per kind en stopt zodra het kind 25 jaar wordt.  

Een voorbeeld

Stel: Barry (40) en zijn partner Eva (38) hebben samen een bruto inkomen van € 4.900 per maand. Bruto verdient Barry € 3.000 per maand en Eva € 1.900. Barry overlijdt. Eva krijgt dan:

  • € 3.821 per maand tot haar AOW-leeftijd: 78% van hun gezamenlijke inkomen.
  • Na de AOW-leeftijd ten minste € 2.002 bruto per maand: dit is 41% van het huidige bruto inkomen. Mogelijk meer als Eva zelf pensioen heeft opgebouwd.
  • Met een kind van 10 jaar erbij: € 4.113 per maand voor de eerste 15 jaar - 84% van het oorspronkelijke inkomen.

Er is geen recht op de uitkering bij overlijden als een werknemer meer dan drie maanden uit dienst is.

Wat kun je doen als werkgever? 

Informeer je werknemers op tijd over de nieuwe regels. Zet informatie op intranet of deel een filmpje.

  • Creëer een gezamenlijk moment waar je aan de hand van een presentatie met concrete voorbeelden aangeeft wat de wijzigingen betekenen.
  • Werk mee aan het ‘in stapjes’ informeren van je team. Daar werkt het bpf Bouw ook aan mee.
  • Overweeg persoonlijke gesprekken. Die zijn het meest effectief om onzekerheden weg te nemen. Ook kan de werknemer hierdoor informatie krijgen waarmee het maken van een keuze voor het geld voor straks makkelijker wordt.

Meer weten?

aaff is graag overal van betekenis. Onze pensioenadviseurs staan klaar om jou en je team te helpen. We denken mee over je rol als werkgever bij de pensioenveranderingen en bieden ondersteuning. Wij zorgen dat jij klaar bent voor 2026. Neem contact met ons op, dan gaan we samen aan de slag.

Aanmelden nieuwsbrief

Altijd op de hoogte van het laatste nieuws

Volg aaff op LinkedIn

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws via onze LinkedIn pagina