Fiscaalvriendelijke bedrijfsontwikkeling

Het goede bedrijfsresultaat leidt tot een hoog fiscaal resultaat met de daarbij hoge afdracht van inkomstenbelasting. Voor het belastingjaar 2024 zal deze afdracht in jouw situatie mogelijk hoger zijn doordat de regeling voor afschrijving op de bedrijfsgebouwen is versoberd. Met ingang van 1 januari 2024 is de afschrijving op de bedrijfsgebouwen beperkt tot 100% van de WOZ-waarde. Als deze grens is bereikt zorgt dit voor minder afschrijving met als gevolg een hoger belastbaar resultaat. 

Ook wordt vanaf 2023 de zelfstandigenaftrek sneller afgebouwd waardoor in het belastingjaar 2024 de zelfstandigenaftrek nog maar € 3.750 bedraagt. Daarbij gerekend dat de afschrijving op de zelf aangekochte fosfaatrechten per 1 januari 2028 ook vervalt kan de belastingaanslag een grote inbreuk maken op de huidige en toekomstige beschikbare liquiditeit van jouw onderneming. 

Uiteraard zijn er mogelijkheden om de belastingdruk te beperken. Je kunt hierbij denken aan het doen van investeringen waarvoor (gunstige) investeringsregelingen van toepassing zijn, zoals de Milieu-investeringsaftrek (MIA) of Energie-investeringsaftrek (EIA). Dit zijn slechts tijdelijke oplossingen en zoals eerder aangegeven is de trend dat er minder wordt geïnvesteerd in verband met de vergunningverlening.

Ook kun je denken aan het omzetten van de juridische structuur van de onderneming bijvoorbeeld door het toetreden van een vennoot of het omzetten van jouw onderneming in de vorm van een bv of een zogenaamde hybride structuur waarbij een op te richten bv gaat participeren in jouw onderneming. Aan de hand van het volgende rekenvoorbeeld lichten wij de belastingvoordelen toe. 

Voorbeeldberekening
Melkveebedrijf in de vorm van een man-vrouwfirma met 60 hectare landbouwgronde heeft in 2024 een productieresultaat behaald van 1.188.000 kg melk met een opbrengst van 13,5 cent per kg melk. Afgerond betekent dit een bedrijfsresultaat van € 161.000. In de 25% + groep kan gerekend worden met een resultaat van € 225.000. In onze berekeningen gaan wij uit van een afgerond resultaat van € 200.000. 

Bij een winstverdeling van 50%/ 50% zijn man en vrouw ieder € 36.000 inkomstenbelasting verschuldigd, in totaal € 72.000.

Optie 1: toetreden kind

In verband met een toekomstige bedrijfsopvolging kun je overwegen om jouw zoon of dochter toe te laten treden tot de vennootschap onder firma. Bij een winstverdeling van ieder 1/3 is de verschuldigde inkomstenbelasting per persoon afgerond € 2.000. Over het totaal bekeken is dit een verschil van € 66.000 inkomstenbelasting per jaar ten opzichte van de voorbeeldsituatie.

Als het toetredende kind een startende ondernemer is kan hij / zij mogelijk ook gebruikmaken van regeling van Willekeurige afschrijving van startende ondernemers (WASO). De belastingdruk kun je dan nog verder optimaliseren.

Uiteraard vergt een toetreding van een bedrijfsopvolger goede onderlinge afspraken. Wij adviseren deze juridische afspraken vast te leggen in een akte van vennootschap onder firma. Laat je informeren door onze bedrijfsadviseurs.

Optie 2: omzetting in bv

Bij structurele hoge resultaten kun je overwegen om de onderneming om te zetten in een bv. De jaarlijks winst van een bv is tot een bedrag van € 200.000 belast tegen 19% en daarboven tegen 25,8%. Een aandeelhouder van een bv die werkzaamheden verricht moet aan zichzelf een zogenaamd gebruikelijk loon uitkeren. Het gebruikelijk loon bedraagt minimaal € 56.000 per jaar persoon en is belast met inkomstenbelasting.  

Het resultaat van de bv bedraagt in het rekenvoorbeeld € 88.000. Dit is € 200.000 verminderd met twee keer het loon van de aandeelhouder van € 56.000 per persoon. Over het bedrag van € 88.000 is 19% vennootschapsbelasting verschuldigd dat neerkomt op € 16.720. Over het loon is per persoon ongeveer € 20.000 inkomstenbelasting verschuldigd, in totaal 
€ 40.000. 

De verschuldigde vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting bedraagt gezamenlijk € 56.720. Ten opzichte van een man-vrouwfirma is het jaarlijkse voordeel € 16.000.

Je moet wel rekening houden dat over de opgepotte winsten en de waardestijging van de bedrijfsmiddelen in de bv een belastingclaim wordt opgebouwd. Deze belastingclaim is verschuldigd als de winsten als dividend worden uitgekeerd of de aandelen in de bv worden vervreemd. Deze claim kun je zoveel mogelijk naar de toekomst uit stellen of doorschuiven naar de volgende generatie. In dit voorbeeld is deze belastingclaim over de opgepotte winst: 24,5% van (€ 88.000 -/- € 16.720) = € 17.463 per jaar. 

Deze belastingclaim wordt ook opgebouwd over de waardestijging van de bedrijfsmiddelen zoals de landbouwgronden, deze hebben wij niet berekend. 

Rekening houdende met deze belastingclaim is de omzetting van de bv nadelig. Het voordeel is dat je de belastingclaim lang kunt uitstellen, waardoor de liquiditeitspositie van jouw onderneming op korte termijn beter wordt.

Optie 3: omzetting in hybride structuur

Bij een hybride structuur richt je een bv op die gaat participeren in huidige vennootschap onder firma. Om tot een hybride structuur te komen zijn er verschillende routes. In het voorbeeld gaan wij ervan uit dat er landbouwgrond naar de nieuw op te richten bv wordt overgedragen. De participerende bv krijgt vervolgens een deel van de winst toegedeeld in verband met de kapitaalinbreng (in de vorm van landbouwgrond) in de vennootschap onder firma. De bv krijgt vervolgens een jaarlijkse vergoeding voor de inbreng van het kapitaal. Bij een inbreng van 60 hectare landbouwgrond à € 75.000 per hectare is het ingebrachte kapitaal van de bv € 4.500.000. De kapitaalvergoeding voor de bv is vastgesteld op 3%. De bv deelt beperkt mee in de restwinstverdeling, namelijk 10%. De man en vrouw krijgen ieder 45% van de restwinst.

De verschuldigde belasting is als volgt:

De verschuldigde belasting voor de bv bedraagt 19% over € 141.500 dat neerkomt op € 26.885. De belastingclaim over de opgepotte winst bedraagt 24,5% van € 114.615 = € 28.080. 

Let op: over de waardestijging van de landbouwgronden wordt een belastingclaim opgebouwd, deze belastingclaim is te minimaliseren door bepaalde afspraken te maken in de akte van vennootschap onder firma.

De verschuldigde inkomstenbelasting van de man en vrouw gezamenlijk bedraagt € 2.000.

De totale verschuldigde inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting bedraagt per jaar € 30.080. Ten opzichte van een man-vrouwfirma is het jaarlijkse voordeel afgerond € 42.000.

De hiervoor gemaakte berekeningen zijn gebaseerd op een gestileerd rekenvoorbeeld. De uitkomsten zijn volledig afhankelijk van jouw persoonlijke situatie. Een structuurwijziging van jouw onderneming is daardoor ook maatwerk en kent zijn eigen fiscale en juridische (on)mogelijkheden. Wij gaan hier graag verder met jou over in gesprek.

Meer weten?

Bij aaff zijn we graag van betekenis. Wil je sparren over een structuurwijziging van jouw bedrijf en de fiscale en juridische consequenties van deze wijziging? Neem dan contact op met een van onze bedrijfsadviseurs.